In 2000 heeft de Verenigde Naties acht Millenniumdoelen vastgelegd. Via deze doelen zou in 2015 een eind zijn gemaakt aan extreme armoede, ongelijkheid, ziekte en honger in de wereld. De afgelopen 15 jaar is er wereldwijd gestreefd naar het realiseren van deze doelen. Nu moeten we vaststellen dat deze doelstellingen zijn niet gehaald. Tijd voor evaluatie en het vaststellen van nieuwe doelen voor de jaren 2015-2030.
Eind september 2015 kwamen in New York op de Sustainable Development Summit van de VN meer staats- en regeringsleiders samen dan ooit tevoren. Het resultaat is een zeer ambitieuze ontwikkelingsagenda. Tegen 2030 moet extreme armoede uit de wereld zijn en moeten alle landen duurzaam en rechtvaardig worden. Om dit te bereiken zijn maar liefst 17 nieuwe doelstellingen vastgelegd onder de naam Sustainable Development Goals, afgekort als SDGs.

Waarover gaan deze ontwikkelingsdoelen 2015-2030?
De 17 doelen hebben als kern het bestrijden van extreme armoede, klimaatverandering, ongelijkheid en onrechtvaardigheid. Het grote verschil met de Millenniumdoelen is niet alleen het grotere aantal. Waren die doelen nog vooral gericht op hulp van de Eerste Wereld aan de Derde Wereld, de nieuwe SDGs behandelen nu ook problemen in de Eerste Wereld zelf. De ‘ontwikkelde landen’ krijgen met andere woorden ontwikkelingsopdrachten die ze in de eigen leefwereld zullen moeten waarmaken. Denk hierbij aan duurzame energie, maar ook aan vrede en veiligheid. Verder waren de vorige doelen nog vooral een oproep aan overheden (zorg voor onderwijs voor iedereen, voorkom kindersterfte), terwijl nu de nieuwe doelen zo geformuleerd zijn dat íedereen mee moet werken om een betere wereld te creëren. Bij elk doel zijn specifieke targets benoemd die gehaald moeten worden in de komende 15 jaar.

SDG 15
De activiteiten van het Comité Maastricht-Niou sluiten aan op doelstelling SDG 15: Duurzaam beheer van bossen, bestrijding van woestijnvorming, voorkomen van bodemdegradatie en de afname van biodiversiteit stoppen.
Bossen bedekken 30% van het aardoppervlak en behalve voor voedselzekerheid en bescherming, zijn bossen van fundamenteel belang in het bestrijden van klimaatverandering, in de bescherming van de biodiversiteit en als woonplek voor inheemse bevolkingsgroepen. Elk jaar gaat 13 miljoen hectare bos verloren, terwijl de voortgaande degradatie van steppen leidt tot verwoestijning van 3,6 miljard hectare land. Ontbossing en verwoestijning – veroorzaakt door menselijke activiteit en klimaatverandering – stellen grote uitdagingen aan duurzame ontwikkeling en zijn van invloed op het leven en levensonderhoud van miljoenen mensen. Er moet actie worden ondernomen om bossen beter te beheren en woestijnvorming te bestrijden.
Een van de vijftien targets die bij deze doelstelling horen, is dat in 2020 bij alle soorten van bossen sprake is van duurzaam beheer, ontbossing is gestopt, bossen worden hersteld en er sprake is van een toename van (her-)bebossing. De target voor het bestrijden van verwoestijning stelt dat in 2030, land en bodem hersteld moet zijn en gestreefd moet worden naar een gronddegradatieneutrale wereld.

SDG 2
Daarnaast sluiten de activiteiten van het CMN ook aan op SDG 2: beëindig honger, realiseer voedselveiligheid en verbeter de voeding en bevorder duurzame landbouw.
Landbouw, bosbouw en visserij kunnen zorgen voor goed voedsel voor iedereen, een eerlijk inkomen voor werkers in deze sector, de rurale ontwikkeling ondersteunen en het milieu beschermen. Daarmee is een goede organisatie van deze sector van groot belang bij het bestrijden van honger en armoede. Targets voor deze SDG zijn o.a. dat in 2030 de agrarische productie verdubbeld moet zijn, net als de inkomens van kleinschalige voedselproducenten, m.n. die van vrouwen en kleine boeren, en dat duurzame landbouw het ecosysteem ondersteunt, zodat klimaatveranderingen opgevangen kunnen worden en bodemkwaliteit kan verbeteren.

Meer informatie over de feiten en doelstellingen van SDG zijn te lezen op de VN website: of op de site van OneWorld.